Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard hebben een bestuurlijk akkoord gesloten voor de waterveiligheid langs de Hollandsche IJssel. Dit akkoord is een resultaat van de samenwerking tussen deze partijen onder de vlag van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. De kern van het akkoord is dat de Hollandse IJsselkering wordt verbeterd, waardoor toekomstige dijkversterkingen minder zwaar en hoog hoeven worden uitgevoerd. Het project Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard (KIJK) in de Krimpenerwaard is de eerste dijkversterking die daarvan profiteert.
Hinder beperken
De IJsseldijken en de Hollandsche IJsselkering zorgen samen voor waterveiligheid in het laagstgelegen gebied van Nederland (tot 6,76 m onder NAP). Rijkswaterstaat beheert de Hollandsche IJsselkering en het hoogheemraadschap beheert de IJsseldijken.
Door klimaatverandering en bodemdaling komt vaker hoogwater voor. Om ook bij hogere waterstanden het gebied te kunnen beschermen, moet het dijktraject tussen Gouderak en Krimpen aan den IJssel worden versterkt en verhoogd. Dat gebeurt in het project KIJK: Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard. In het project KIJK blijkt dat een versterking van de steile dijk zeer complex is en overlast voor bewoners met zich meebrengt. Door samen te werken tussen het hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat en in één keer te kijken naar het beheer van de Hollandsche IJsselkering en de IJsseldijken, is er minder overlast voor bewoners. Bovendien is de financiële besparing voor de dijkversterking ongeveer 4 tot 5 keer groter dan de aanpassing aan de stormvloedkering kost. Het ministerie heeft voor die aanpassing 11,4 miljoen beschikbaar gesteld, en zorgt voor de aanscherping van de wettelijke eis die aan de stormvloedkering gesteld worden. Ook toekomstige dijkversterkingen hebben baat bij de hogere betrouwbaarheid van de stormvloedkering.
Verbeterde betrouwbaarheid
Het is belangrijk om de kans zo klein mogelijk te maken dat de kering niet sluit als dat wel nodig is. In de zomer van 2021 heeft Rijkswaterstaat bijvoorbeeld het bewegingswerk van de zuidelijke schuif succesvol vervangen door een modernere versie. Dat was nodig om aan de geldende norm te voldoen. Recent heeft minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) besloten om die norm nog verder aan te scherpen, zodat de kans op het ‘niet sluiten’ van de kering daalt van 1:200 naar 1:1500. Daarmee wordt de kering nog betrouwbaarder. Rijkswaterstaat gaat hier nu mee aan de slag: vóór 2030 worden aanpassingen gerealiseerd aan de noodbediening, de datakabel en het bewegingswerk van de noordelijke schuif. In het akkoord wordt ook al vooruit gekeken naar 2050. De intentie is om de faalkans dan nog verder te verlagen naar 1:2000.
Waterveiligheid
Nederland is kwetsbaar voor overstromingen. Zestig procent van ons land zou regelmatig onder water lopen zonder onze dijken en duinen. De waterschappen en Rijkswaterstaat werken daarom voortdurend aan sterke dijken en ruimte voor rivieren. De klimaatverandering vraagt om extra
veiligheidsmaatregelen. In het Hoogwaterbeschermingsprogramma werken de waterschappen en Rijkswaterstaat samen aan de grootste dijkversterkingsoperatie ooit sinds de Deltawerken. Minimaal 1.100 kilometer dijken en daarnaast 500 sluizen en gemalen, worden de komende dertig jaar versterkt. Zo werken we aan een land waar je veilig kunt wonen, werken en recreëren.
Fotobijschrift:
Bevestiging van het akkoord door René Vrugt, namens ministerie van Infrastructuur en Waterstaat DG-Water en Bodem, dijkgraaf Toon van der Klugt en Arjan Driesprong, Hoofdingenieur-Directeur Rijkswaterstaat WNZ.