Op de website van de Historische Vereniging Moordrecht is te lezen wat het doel is van deze vereniging. Onze vereniging legt zich toe op het onderzoeken, bewaren en levend houden van de lokale geschiedenis. Duik samen met onze ruim 500 leden in de boeiende historie van ons dierbare dorp.
En dat gebeurde dinsdagavond in het gebouw De Zespunt in Moordrecht, waar de ledenavond werd gehouden. Hiervoor was veel belangstelling; iedere stoel was bezet.
Na het openingswoord van Rien Kamp van de redactiecommissie, dook Eef Oosterwijk, secretaris, terug in het verleden. Hij vertelde het verhaal over waar hij was geboren, waar hij zijn jeugd had doorgebracht en over hoe het dorp toen was. Zijn verhaal werd ondersteund door dia’s die hij liet zien.
Het was één en al herkenning voor de aanwezigen. Er kwam van alles voorbij: een oude foto van zijn opa op klompen met zijn Solex aan de hand, de lakfabriek, het huis van Schuddebeurs, de RSV-wagen, de timmerwerkplaats, de touwbaan en de melkboer. Maar ook een foto uit 1962, waarop te zien is dat de IJssel dicht lag van het ijs en men over planken van Moordrecht naar Gouderak kon lopen – en natuurlijk schaatsen op het ijs!



Moordrechtenaren werden ook wel Tonnenscheiters genoemd, omdat de ontlasting in tonnen buiten werd gezet en vervolgens werd opgehaald door een vrachtauto. Als die langskwam, werd er geroepen: “Erwtensoep, erwtensoep!” Maar het rook absoluut niet naar soep.
De oude kleuterschool, de Prins Willem-Alexanderschool, de juffen, de meesters – alles passeerde de revue. Ook kwam Rinus de straatveger in beeld; hij werkte voor de gemeente Moordrecht en hield alles schoon. Een mooi verhaal ging over het huisje van Frans Klok, die heerlijke snoepjes verkocht. Maar het was wel oppassen geblazen, want er hing altijd een druppel aan zijn neus, en die kreeg je er gratis bij in je zakje snoep.
Of wat te denken van het verhaal van Wimpie ‘Dakpan’? Dakpan was zijn bijnaam. Zijn moeder ging eens naar de winkel van Van Gelderen, waar zij werd begroet met: “Goedemorgen, mevrouw Dakpan.”
De eerste supermarkt zat in wat nu de cafetaria in de Dorpsstraat is. In de andere cafetaria, die daarvoor een kruidenierswinkel was, verkochten ze heerlijke gehaktballen. Toen de cafetaria werd geopend, kregen de klanten een goudvis cadeau.
Het ene na het andere verhaal kwam voorbij. Sommige aanwezigen vulden ook het een en ander aan. Kortom: een avond waarin men even terug in de tijd ging.
HZ





