Gemeente Zuidplas krijgt, net zoals alle andere gemeenten In Nederland, vanaf 2026 minder geld van de landelijke overheid. Daarom moeten er belangrijke keuzes gemaakt worden. Het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas heeft aan de gemeenteraad een ‘heroverwegingspakket’ gestuurd. Hierin staan mogelijke keuzes die de raad kan maken. Dit zijn dus niet de zaken waarop bezuinigd gáát worden, maar waar bezuinigd op kán worden.
Het college heeft op grote lijnen al nagedacht over de mogelijkheden en de route naar een sluitende begroting. Deze ideeën heeft het college gedeeld met de gemeenteraad, bijvoorbeeld dat de komende twee jaren gebruik kan worden gemaakt van de algemene reserve. Dit is geld dat de gemeente gespaard heeft om in te zetten in dit soort situaties. Soms is het verstandig de bezuinigingen in stappen te kunnen doen, zodat we ons geleidelijk aanpassen aan het krijgen van minder geld uit het gemeentefonds van de landelijke overheid.
Dit betekent dat gemeente Zuidplas uiterlijk in 2028 weer een sluitende begroting heeft. Een sluitende begroting is als er verwacht wordt dat er net zoveel inkomsten als uitgaven zijn en we de algemene reserve niet hoeven te gebruiken.
Ook stelt het college voor om kritisch te kijken naar taken die de gemeente van de landelijke overheid heeft gekregen, maar waarvoor te weinig geld is gekregen. Dit betekent minder geld naar duurzaamheid en naar het sociaal domein. Hierdoor kan het college mogelijk minder geld uitgeven aan preventie (het voorkomen dat inwoners van Zuidplas zorg nodig hebben) en normaliseren (tegengaan van lichtere zorgvragen, waardoor de juiste zorg niet altijd bij de juiste mensen belandt).
Tot slot kijk het college ook hoe het zelf als gemeente aan meer geld kan komen, bijvoorbeeld via de onroerendzaakbelasting (ozb) voor niet-woningen (bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen en winkels). Deze ozb-tarieven liggen onder het regionaal gemiddelde.
Wethouder van financiën Jan Willem Schuurman: “Het financiële tekort van 2026 zien we aan komen, omdat we weten dat we te weinig geld krijgen. Samen met de gemeenteraad gaan we dit oplossen. We vinden het belangrijk om de gevolgen voor onze inwoners en ondernemers te beperken. We willen op dit moment niet op zaken bezuinigingen die we daarna nooit meer terugkrijgen. We willen als gemeente financieel gezond zijn, maar dat mag niet ten koste van alles gaan. Dat neemt niet weg dat we wel degelijk zeer moeilijke keuzes moeten maken. Keuzes die we liever niet maken.”
Het college van burgemeester en wethouders heeft haar gedachten over de keuzes voorgelegd. De gemeenteraad gaat 16 april met elkaar en met het college hierover in gesprek. Uiteindelijk besluit de gemeenteraad hoe het geld van de gemeente besteed wordt. Dit gebeurt in juli via de zomernota en in november in de uiteindelijke begroting voor 2026 tot en met 2029.
Iedere gemeente in Nederland krijgt dus minder geld van de landelijke overheid. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) blijft in overleg met Rijksoverheid. Doel is dat gemeenten toch meer geld krijgen uit het gemeentefonds.
